Posts tonen met het label liefde. Alle posts tonen
Posts tonen met het label liefde. Alle posts tonen

donderdag 17 juni 2010

't Stad van A

Omdat ik en ik niet alleen,
ondanks alles
Alles
- 't is sterker dan mijzelf -
blijf en blijf van houden
van A




Pieter Embrechts -
de handwerpenaar

In deze stad ben ik geboren,
in deze stad heb ik gezocht.
In deze stad liep ik verloren,
aan deze stad ben ik verknocht.

In deze stad waar de mensen schelden,
in den bocht van een rivier.
In deze stad wonen de helden,
van de voetbal en het bier.

't Houdt niet op,
't houdt niet op.
Want de stad die blijft bestaan.
't Houdt niet op,
't houdt niet op.
Ook als wij al zijn vergaan.

Deze stad waant zich de wereld,
maar is in feite maar een dorp.
De mensen kijken niet veel verder,
dan de afstand van hun handworp.

Deze stad begint te hopen,
dat De Winter overwaait.
En dat de warmte weer mag komen,
en weer bloeit wat is gezaaid.

't Houdt niet op,
't houdt niet op.
Want de stad die blijft bestaan.
't Houdt niet op,
't houdt niet op.
Ook als wij al zijn vergaan.

Deze stad aan de stroom,
is zo ambitieus.
Maar voor wie niet van hier is,
nee, niet echt genereus.

En ik kan niet begrijpen,
och, vanwaar toch die haat.
En al die angst voor een ander,
och ik doe iedereen in de straat,
ne goeiendag, ne goeiendag, ne goeiendag, ne goeiendag.

't Houdt niet op,
't houdt niet op.
Want de stad die blijft bestaan.
't Houdt niet op,
't houdt niet op.
Ook als wij al zijn vergaan.

't Houdt niet op,
't houdt niet op.
't Is maar dat ik hier passeer.
't Houdt niet op,
't houdt niet op.
En ik kom toch maar één keer.

Aan de skyline van de steden,
zie je soms een heel verhaal.
Maar nog altijd staat den boerentoren, in de schaduw van de kathedraal.

Een pracht van een songtekst.
Te vinden op de cd 'Maanzin'.

zondag 6 juni 2010

Echt Genoten - worth saving

Omdat hij dat schoon gezegd heeft en ik het met hem eens ben.

"Hou je van mij?" "Ja liefste." "Zul je altijd van mij blijven houden?" "Natuurlijk, mijn lief." "Ben je dat wel zeker?" "Absoluut, schat." "Vind je het niet erg om dat even op te schrijven en te ondertekenen?" "Als ik je daarmee gelukkig kan maken..." "Is het oké als ik daar een paar getuigen bij roep?" "Euh, welja..." "Maar wil je dat dan graag even officieel zeggen? Ergens in het stadhuis bijvoorbeeld, in aanwezigheid van de burgemeester, of tenminste één of andere schepen?" "Euh...oké." "Vind je het niet erg om dat alles nog eens te herhalen? Maar dan in een kerk, voor God en zijn apostelen. Of in elk geval voor een pastoor en mijn hele familie." "Mij best, schatje, maar waarom geloof je nu niet gewoon dat ik van je hou?" Het klinkt als de dialoog uit een absurd toneelstuk. En toch is dit de prelude voor de bruiloftsmars.
'Trouwen is een teken van wantrouwen,' las ik onlangs. Ha! Eindelijk een oneliner als een knuppel, voor elke hond die weer eens aan mijn kop komt zeuren waarom ik nu eigenlijk niet wil trouwen. De juiste vraag is uiteindelijk toch altijd: waarom wel ? "Omdat het toch zo romantisch is," zei onlangs een vriendin. "Elkaar de eeuwige liefde beloven. Is er iets mooiers?" Ze vond het zo mooi dat ze het al voor de derde keer wou doen; twee huwelijken die allebei opperbest liepen, op een scheiding na. Maar waarom zou ik het feest bederven door daar schamper over te gaan doen? Het is zoals even appetijtelijke als appetijtrijke Zsa Zsa Gabor ooit zei: "Je kan een man nooit echt kennen tot je ervan bent gescheiden." Toen ze vroegen hoeveel echtgenoten ze nu precies had versleten, was haar schitterende antwoord: "De mijne meegeteld?"
Ach, zolang de echtgenoten maar echt genieten. Ik ben immers gek op trouwfeesten. Zolang het de mijne maar niet is. Het is meestal beter eten dan thuis. En vaak betere soap ook. Waarbij het me ook blijft opvallen hoe iedereen altijd perfect in zijn rol valt: die van koninklijke familie, iedereen superster voor één dag. De tofste mensen heb ik al plechtiger de konthelften tegen elkaar zien drukken dan Filip in zijn stijfste dagen. "Bedankt dat ge gekomen zjit. En bedankt voor uw... even kijken... ja, uw vork en uw twee cocktailglazen."
Neen, ik heb al een vaatwasmachine. En bovendien vind ik het een veel te opwindende gedachte dat ik nu een leven lang in zonde kan leven. En dan nog wel met mijn eigen vrouw. "Hoezo je vrouw?" krijg je dan te horen. Alsof ik de moeder van mijn kinderen, de opperpriesteres van mijn lichaam en ziel, de bewoonster van mijn huis en van al mijn dromen niet mijn vrouw zou mogen noemen, zonder dat zich daar een bende pennenlikkers, regelneven en koorknapen mee hoeft te komen moeien. Geen pastoor of burgemeester in mijn bed. Ik vind het sowieso niet sexy om wettelijk verplicht te worden om samen te slapen.
Maar toch mag ik doodvallen voor ik mijn lief klinisch 'mijn partner' ga noemen. Mijn pèrtner hoor je dat dan uit te spreken. Als een zakenvennoot met wie je op boekhoudkundige wijze de lichaamssappen uitwisselt. Of nog erger: mijn vriendin! Alsof twee mensen die van elkaar houden nog vrienden zouden willen zijn!
Pas op, ik heb het ook al eens gedaan, in een vlaag van geestesverschroeiende verliefdheid. Mijn vrouw ten huwelijk gevraagd. Maar dat was dan in Las Vegas, waar je tenminste geen jaar op voorhand de feestzaal en de traiteur moet vastleggen, en een half jaar met de beide schoonfamilies moet stressen over de prijzen van de huwelijkslijst, het menu , de gasten, en of nonkel Louis whisky krijgt of niet. Nee, daar zag ik het wel zitten. In een stad waar je in het casino mag gokken met je geld, en in de wedding chapels met je leven. Waar je, echt waar, zelfs drive-in-ceremonies hebt. Met of zonder Sinatra-kwelende pastoor, fake-Elvis of direct terug inleverbare bloemen. Daar heb je tenminste al binnen de drie kwartier na de vraag resultaat van het jawoord. Niet dat ik dat heb gekregen, van de vrouw die toen nochtans de eerste vrucht van onze liefde in haar buik had zitten. Het enige wat ze antwoordde was: "Het spijt me, jongen. Maar ik ben vandaag veel te misselijk om met jou te trouwen." En dus hou ik het voorlopig maar bij een verloving van een jaar of dertig. Dat klinkt al die tijd ook wel aardig: "Heeft u mijn aanstaande ergens gezien?" Hou het nog even stil. Dit is mijn plan. Als jonge zestiger of zeventiger vind ik het wel iets hebben. Met een bos bloemen en een mandoline onder de arm gaan vragen of ze mij wil hebben als haar man. Met als voornaamste objectief: een gigantisch huwelijksfeest waar de kleinkinderen tenminste bij kunnen zijn, die op hun kleine voetjes naar huis dribbelen als ik hun als eerste het geheim in hun oortjes heb gefluisterd. "Mama, papa, pépé is zot geworden! Hij wil gaan trouwen!" "Met wie?" "Hoe, met wie?! Met mémé, natuurlijk!"


Nic Balthazar


Het echtpaar Arnolfini - J. Van Eyck (National Gallery, London)

dinsdag 16 februari 2010

Levenskunstenaars: Leo & Tineke Vroman - Sanders



Venezia

't Is avond. Witte gevels staan
als schimmen in de lege zon
te trillen, fraise nevels gaan
als gazen langs de horizon.

Het grauwe water fluistert met de huizen.
Het zwarte water klotst onder de trappen.
Het purper water kabbelt aan de muur.
Het blauwe water krinkelt in de stegen -

Maar Roze vloeit het uit over de Rio,
onder de paarse hemel, in de lage zon.
Roze rust het water in de Rio,

Violette wolken drijven

in de Rio

Grande in de zon.

Leo Vroman
uit: Gedichten 1946-1984,
Querido, Amsterdam 1985



Leo en Tineke Vroman. Ik vind hen fantastisch. Ze zíjn ook fantastisch, elk apart, maar nog meer samen. Ze leven mooi en oud in de VS en werden geboren in Nederland in respectievelijk 1915 en 1921. Ik leerde ze kennen via een aflevering van 'Levenskunstenaars' op Nederland2. Hierzo kan je het herbekijken. Zeker doen.

zaterdag 2 mei 2009

Lievelingsdier



Vier. Vier koppels stonden op het perron. Kussend en bang afwachtend wanneer een ijzer gevaarte groter dan zijzelf een geliefde meenam. En de ander achterliet. Voor even of voor lang - soms kan je dat als buitenstaander uit de lichaamstaal opmaken. Bij één paar ging het lang duren vooraleer ze elkaar terug gingen zien. De jongeman stapte de trein op. Zij bleef achter op het perron, wachtend tot de trein haar lief uit het zicht voerde. Ze zwaaide nog.

Ik kan dat niet. Dat zwaaien natuurlijk wel. Maar dat blijven staan op het perron. Dat achter-blijven, terwijl trein en lief wegrijden. Ik ben er niet goed in en vermijd zo mogelijk dan ook de situatie. Noem het gerust verlatingsangst, want dat is het ook. Mijn lief of gelijk wie ik graag zie onverbiddelijk zien wegrijden of vliegen in een stalen iets dat ik niet kan stoppen, bezorgt me meestal een kilte rond mijn hart.

Zuinig zijn met Lievelingsdieren, het zal daar wel iets mee te maken hebben. In de Boze Wereld groeien ze nl. zelden aan bomen, schieten ze niet als paddenstoelen uit de grond en vonden befaamde ‘it’s raining men’-momenten duidelijk vóór onze tijdsrekening plaats. [dat filmpje is het bekijken waard trouwens]
Nuja, museumstukken maken van mensen is nog nooit mijn bedoeling geweest. En ook al ben ik er niet helemaal uit over hoe ik me dat in de praktijk moet voorstellen, ware zuinigheid lijkt me vooral onpraktisch en dus onleefbaar.

In zélf afscheid nemen, zelf op treinen en vliegtuigen stappen ben ik dan weer wel sterk. And yes, that makes sense. Zelf afscheid nemen is in tegenstelling tot de passieve vorm ervan [hoe klinkt dat dan - ‘afgescheten worden’?? haha ;-)] veel 'gemakkelijker'. Jij hebt zelf nl. de macht en de keuze om te gaan of te blijven, om die trein of dat vliegtuig te nemen. Of net te laat te komen.

Controlefreak aanwezig? Jaha! Hierzo!

zondag 5 april 2009

Verzamel-de-liefde

Rosie en Melanie willen een databank. Bart Moeyaert deed het in een boek. En de Prins deed het voor Doornroosje.

Zij pakken het minstens even groots aan en maken er een website én boeken rond. Liefde en hoe ongrijpbaarheid weer te geven is wat hen allen bindt.
Ik citeer:

1001 Liefdes
Creatief Schrijven gaat op zoek naar 1001 liefdesbrieven van 1001 verschillende schrijvers. Post je brief op de website www.1001liefdes.be De beste brieven worden ook gepubliceerd in boekvorm.


Dit is uiteraard geen bevel. Slechts een zeer vriendelijke aansporing. :-)
Briefschrijven lijken velen onder ons nl. spijtiggenoeg verleerd. Velen, behalve Oskar natuurlijk.