donderdag 21 mei 2009

Sarah @ Thomas

Nog nét niet vergeten was ik het: Onderstaand berichtje stond hier namelijk nog altijd niet, terwijl het reeds op 21 december van vorig jaar virtueel leven werd ingeblazen. En eigenlijk niet door mij, maar wel door iemand anders aan wie het in zekere zin niet echt geschreven was, maar die de boodschap wel ging verstaan. Internet is magie en spanning, waarmee ik graag speel...*grijns*

Onderstaande brief is een antwoord op deze geschreven door voorgaande Iemand Anders, ofte een andere Gentse ErasMus. Toen ik zijn brief las op een of andere Genovese nacht vol snél en illegaal internet waar dan duchtig van geprocrastiprofiteerd werd, was het alsof ik alles las en neergeschreven zag waarmee ik al enige tijd rondliep maar niet in woorden uitgedrukt dacht te kunnen zien.
Imaginaire blikseminslag: check! Meer dan drie keer na elkaar moet ik gelezen hebben wat ik zag staan. Zo waar, zo ongeloof-lijk juist stond er wat ik voelde en dacht. Ik kon er niet over zwijgen en vertelde andere ErasMussen erover. Genre: "Allé joh, niet te doen! dieje gast kijkt 'lijk in mijn hoofd ofzo!?!" mét bijhorend enthousiasme waardoor ook zij op hun beurt wel wilden lezen waarover ik sprak. Dat Nederlands niet altijd hun moedertaal was, vormde geen bezwaar. Vertalingen vloeiden naar voren, al moet ik toegeven dat sommige zaken eerder slecht te vertalen bleken. Moedertalen ftw.
Opvallend genoeg was niet iedereen het eens met mij of de schrijver. Het merendeel wel.

Beter het erasmusgevoel uitleggen dan in de brief gebeurd was, kon en wou ik niet. Een kreet van herkenning slaken was wat ik voor mogelijk achtte.
Hieronder het resultaat.

In de Genovese Haven.

Het was een groene fles die ongeduldig tegen de kade aantikkend op het klotsende water dreef. Alsof ze alleen door mij opgevist wou worden, alsof ze wist dat ik van kindsbeen af droomde van het vinden van zo’n schat: a message in a bottle, en wat voor een:

Liefste Thomas,

Nu jij al lang weer thuis bent en foto’s afdrukken zijn van indrukken die nooit zullen verglijden in de tijd, zocht ik de andere oorden op.

Ja, je hebt me wel gewaarschuwd, meermaals zelfs zo ik me herinner, maar de lokroep was te verleidelijk. Thuisblijven, ‘gewoon’ verder doen bleek immers veel minder een optie en steeds meer een gouden kooi. Wegvliegen, nieuwe gezichten, nieuwe mensen, nieuwe taal, dat was wat ik wou. En vliegen deed ik, weg van alles wat al even evidentie was en zekerheid. Ook van jou, al ben jij dat laatste voor mij meer dan ooit nog steeds.

Het werd een pijnlijke zaak want een mens is nog steeds geen vogel en zo volgde de val dus onvermijdelijk. Die Hollander waar je over sprak, ik kan hem niet doorgronden. Verwarring zaaiend, brengt hij zaken aan het licht; uiteen drijvend, brengt hij tesamen; vensters openend, sluit hij deuren. Wat is zijn doel, zijn plan, vraagt men zich af. Antwoord maar niet, je weet best wat ik bedoel. En ik ben hem even dankbaar als jij. Voor wat hij mij leerde, al ruikt leren te veel naar schoolbanken waarmee het weinig te maken heeft.

Veel nieuwigheden hebben ondertussen hun eerste glans en geur verloren. Vreemd hoe snel zoiets kan of beter moét gaan: stratenplannen vormen geen doolhoven meer, mensen worden verstaanbaar, gewoontes aanvaard en aangenomen. Socialiseren, flexibiliteit en aanpassing zijn hier mooie termen voor broodnodige overlevingsstrategieën, als Eras-mus.

Ik moet bekennen dat ik de terugkeer van ons, trekvogels, enigszins vrees. Begrijp me niet verkeerd, liefste schat, ik verlang ernaar bij jou te zijn. Maar het gevoel van vrijheid en warmte, in al z’n betekenissen, had ik nooit eerder in ons koude belgenland. En missen ga ik het, en waarschijnlijk lang.

Heel deze vlucht heeft iets parabolisch: je stijgt op in volle verwachting, zweeft even luchtledig door de ruimte en staat voor je ’t weet weer op de grond, met beide voeten en een Ervaring meer.
Dat de grond daarna nooit meer hetzelfde voelt, hoef ik jou niet te vertellen. Even proeven van de wolken en van daaruit kijken naar Europa en de wereld, maakt van mieren terug mieren en doet belachelijke grenzen en hokjes smelten voor de zon.

Ik ben op mijn weg terug nu naar de aarde, na de piek, na de orgasmus. Vol ongeduld om jou te zien en beter dan ooit te beseffen dat ik weer en meer wil vliegen, maar dan hand-in-hand met jou.

Voor nu een knuffel die nazindert tot ik terug ben, 9 februari, in Gent.
Love,
Je Sarah

Geen opmerkingen: