vrijdag 19 maart 2010

Et que ça ne durerait pas

Er zijn Woorden die je liever niet door je eigen stem uitgesproken hoort, of erger: opgeschreven ziet staan. Wegens mogelijk te grote en on-inschatbare impact. Gedachten die je liever niet door je hoofd ziet en hoort fladderen, als vleermuizen door de nacht - stil sluimerend bij daglicht. En misschien is het eigenlijk allemaal de bedoeling van de brandende en vermoeiende onuitgesproken woorden: naar buiten komen, gevolg hebben, gevoel maken, en rotzooi. Wie zal het zeggen? Wat is dat, de bedoeling?

De kleine en breekbare Woorden uitspreken of neerschrijven levert hoogstwaarschijnlijk weinig of niets (goeds) op, wel integendeel. Met risico's te groot, ben ik dat dan ook niet van plan. Ik laat ze waar ze zijn, opgesloten en bij wijlen stormend. Lafhartig? Ja, in zekere zin. Time will tell.





J'ai demandé à la lune

Et le soleil ne le sait pas

Je lui ai montré mes brûlures

Et la lune s'est moquée de moi

Et comme le ciel n'avait pas fière allure

Et que je ne guérissais pas

Je me suis dit quelle infortune

Et la lune s'est moquée de moi


J'ai demandé à la lune

Si tu voulais encore de moi

Elle m'a dit: "j'ai pas l'habitude

De m'occuper des cas comme ça"

Et toi et moi

On était tellement sûrs

Et on se disait quelques fois

Que c'était juste une aventure

Et que ça ne durerait pas


Je n'ai pas grand chose à te dire

Et pas grand chose pour te faire rire

Car j'imagine toujours le pire

Et le meilleur me fait souffrir


J'ai demandé à la lune

Si tu voulais encore de moi

Elle m'a dit:"j'ai pas l'habitude

De m'occuper des cas comme ça"

Et toi et moi

On était tellement sûrs

Et on se disait quelques fois

Que c'était juste une aventure

Et que ça ne durerait pas


An old friend?

Haast herkende ik haar niet meer vandaag: De Warmte in de lucht!
Sjaals en winddichte jassen bleken plots te gek om te dragen! Eindelijk!

dinsdag 9 maart 2010

Gents Ge-Zen

Een pechwolk vol gecrashte computers, woeste kotbazen om niets, platte fietsbanden, administratief gezever en veel 'gesnotvalling' deden mij belanden op een bankje aan het Gentse water tegenover het avondlijk verlichte justitiepaleis. Rust wou ik even en zitten op een bank tussen al het gehol en gedol heen van de voorbije dagen.

De avond ervoor las ik ergens dat wanneer je je volgens de zen-ideeën bewust wordt van het 'Nu', en vervolgens elk 'nu'-momentje apart beschouwt en tracht geluk te vinden in elk van die momentjes, geluk eenvoudigweg veel bereikbaarder is. Zo logisch dat het bijna simpel klinkt, moet ik toegeven. Ik zat zwijgend op dat bankje en stemde ermee in. Ondanks 'de barre tijden'.
De nu-nu-nu-momentjes waarvan ik mij op dat moment bewust werd waren 'gelukkig' en ik relativeerde de pechwolk. Ik keek hoe tram, auto's en mensen aan mij voorbij reden en wandelden, hoe links de Gentse Big-Ben-klok het uur aangaf en hoe appartementen oplichtten in het water. Mooie appartementen, met kunst op de balkons. Even konden thesis en toekomst mij niets schelen, dat deden ze immers al op alle àndere nu-momenten in de 24 uren van een dag, dus dat mocht, daar, toen, op die enkele kleine momentjes.