zondag 4 januari 2009

L'auberge italien

Enkele maanden geleden schreef ik voor Dilemma, het studentenblad van Filologica, mijn eerste Erasmus-indrukken neer. Ik wou ze ook u, onbekende lezer, niet onthouden.

Vertrekken op Erasmus begint eigenlijk bij het koffer pakken. Jaja, Ryanair is de vriend van ons allen, dus slechts vijftien kilo bagage en tien kilo handbagage. Uiteraard veel te weinig, zeker voor iemand wiens schoenen -en accessoireverzameling ziekelijke normen aanneemt, om maar de kledingkast en de boekenkast buiten beschouwing te laten. Maar gelukkig is daar in tijden van nood de mammie, die bereid is helemaal naar Italië te rijden om te checken of haar bambina nog zal leven na een maandje ver van huis. Het gerantsoeneerde aantal bagagekilo’s moet dus slechts enkele luttele weken overbruggen. Een goeie drie dagen heeft het gekost, dat inpakken. Weegschaal: achttien en twaalf kilo. Moet kunnen.

Genova by night is de eerste indruk van de plek waar ik mij zo’n vijf maand ga settelen. Ene Davide van de GEG (de Erasmusorganisatie van Genova, uitspraak [Jack] ) voert mij van het station naar het ‘Ostello per la Gioventù’ en toont mij meteen ook waarom onschuldige lieve meisjes beter wegblijven uit de havenbuurt wanneer de nacht gevallen is. Een veld vol straatmadeliefjes in alle soorten en kleuren flitst voorbij. Zwarte (maffia-) mannetjes daartussen krioelend en – geruststelling? – een groep patrouillerende carabinieri met geschut om u tegen te zeggen. ‘Goed dat de mammie dit niet ziet’, denk ik snel terwijl Davide in Engels doorspekt met Italiaans zijn nachtelijke toeristische rondtrip verder zet.
Al snel blijkt het nut van GEG’s studentikoze taxidienst. Het ostello ligt veel verder van het stadscentrum dan in al mijn naïviteit gedacht en daarenboven hoog tegen de Ligurische bergflank. Ik zag het mijzelf al doen, de rol van muilezel met klasse enscenerend …

Wat ik toen nog niet wist, was dat ik twaalf dagen erna nog steeds naar boven zou klauteren, autobusgewijs en minder enthousiast, na wééral een vruchteloze dag kot-quest. Want het moet gezegd, de heilige graal vinden is makkelijker dan een camera singola, de naam waardig, in het stadscentrum van Genova. Wel meer dan 150 nummers moet ik die dagen zonder overdrijven gebeld hebben. Om meer dan 50 keer geen gehoor krijgen, 35 keer ‘al bezet’, 35 keer ‘camera doppia’ (d.i. twee bedden op een kamer – don’t ask.), zo’n 10 keer te bepalen dat het toch echt véél te ver van het centrum ligt, en een tussen de 30 en de 40 afspraken te maken. En dat alles in lachwekkend jean-marie-Italiaans. Si si, certo, Signora, va bene, va bene. Imagine. De hilarische scènes kregen we er meermaals gratis bij. En dit is natuurlijk waar het beste begint, die “wij”- vorm. Een heel ostello vol Erasmussers. Allemaal strubbelend met de italiaanse bureaucratie, de taal en de stad zonder koten. Allemaal elke dag eenzelfde verhaal dat uiteindelijk toch wel happy eindigt, mét kot en honderd vrienden extra.
(Clichés, i love them.)

P.S.: Wisten jullie dat je ook in oktober nog kan zwemmen in de Middellandse Zee? *grijns*
Ci vediamo.

Geen opmerkingen: